Welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling

  • Gepubliceerd:

Kinderen en jongeren gaan naar school om te leren en zichzelf te ontwikkelen. Dit lukt het beste als ze goed in hun vel zitten, goede relaties hebben met anderen en zich veilig voelen op school.

Welbevinden is bevorderend voor het leren. Maar ook andersom: het krijgen van goed onderwijs is bevorderend voor het welbevinden van kinderen en jongeren; de relatie tussen welbevinden en leerresultaten is dynamisch én wederkerig (Hattie, 2008; Leman e.a., 2019; Marzano, 2014; Verhofstadt-Denève e.a., 2003).

De coronaperiode heeft veel extra aandacht gegenereerd voor het thema welbevinden (NJI, 2021). Uit onderzoek naar de effecten van de coronacrisis op het welbevinden blijkt dat kinderen en vooral jongeren gevoelens (hebben) ervaren van stress, eenzaamheid en somberheid. Ze zijn vermoeider geworden, ze zijn minder gaan bewegen, ongezonder gaan eten en hun schermtijd is toegenomen. Ze misten hun leeftijdgenoten en maakten zich zorgen over hun leerprestaties (NJI, 2021). Wel zijn er grote verschillen tussen kinderen en jongeren en hun gezinnen (NJI, 2021). In dit kader wordt gesproken van het ‘Mattheuseffect’ (‘rijken worden rijker en armen worden armer’) en het risico van toename in kansenongelijkheid (SER).

Corona of niet, belangrijk is dat professionals in het onderwijs en daarbuiten weten wat werkt om op een passende en haalbare manier het welbevinden van kinderen en jongeren te versterken. Deze pagina wil hieraan bijdragen door kennis vanuit de wetenschap en ervaringen uit de praktijk bij elkaar te brengen.

Wat is welbevinden?

We gaan uit van de omschrijving van welbevinden die in Nederland door onder andere het Trimbos-instituut, Pharos en het RIVM wordt gehanteerd (Kleinjan et al., 2020; Schoemaker et al., 2019).

Welbevinden is: met een positief gevoel en positief in het leven (kunnen) staan; zelfvertrouwen; geluk; doorzettingsvermogen en energie; een gevoel dat je ertoe doet; eigenwaarde; het ervaren van steun uit de omgeving; het goed weten omgaan met je eigen emoties. Wanneer we spreken over “welbevinden” dan spreken we niet alleen over het emotionele aspect van “je gelukkig en tevreden voelen” maar ook over de factoren die eraan bijdragen dat mensen zich goed voelen. Deze factoren zijn onder te brengen in meerdere gebieden: mentaal, emotioneel, gedragsmatig, lichamelijk en sociaal. Bij welbevinden gaat het om het werken aan een omgeving die in brede zin bijdraagt aan de positieve ontwikkeling tot een gezond, sociaal en zelfstandig mens.

Waarom werken aan welbevinden op school?

Welbevinden en leerresultaten kunnen niet los van elkaar gezien worden. In algemene zin kunnen we zeggen dat sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling elkaar beïnvloeden (Leman e.a., 2019; Verhofstadt-Denève et al., 2003). Dat is niet nieuw, dat wisten we al lang vóór de coronacrisis. Vanuit de ontwikkelingspsychologie is bekend dat de ontwikkeling van kinderen wordt beïnvloed door zowel kindfactoren als omgevingsfactoren (Bronfrenbrenner, Tudge & Rosa, 2019). In het onderwijs gaat het al lang over de balans tussen kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming (Biesta, 2012).

Leerlingen komen beter tot leren als ze een bepaalde mate van welbevinden ervaren. Wanneer kinderen en jongeren te maken hebben met stressvolle omstandigheden (denk aan het meemaken van geweld in het gezin of in de buurt, het opgroeien in armoede of met ziekte, het gevlucht zijn uit een ander land), is het moeilijker om tot leren te komen (Coppens e.a., 2016). Wanneer leerlingen stress ervaren doordat het in hun klas of groep niet goed loopt of ze worden gepest, wordt het leren ook belemmerd (Van Overveld, 2014). Leerlingen kunnen zich beter ontwikkelen als er thuis en op school aandacht is voor hun welbevinden. Dit komt hun leerresultaten ten goede (o.a. Boerefijn & Bergsma, 2011; Durlak et al., 2011; Quinn & Duckworth, 2007).

Andersom geldt ook: goed onderwijs bevordert het welbevinden van leerlingen. Kwalitatief goed onderwijs, waarin (onder andere) aandacht is voor een duidelijk en veilig pedagogisch schoolklimaat, doelgericht werken, een heldere lesopzet, een positieve relatie tussen leraar en leerling, de groepsdynamiek, hoge verwachtingen en effectieve feedback en aandacht voor de context waarin leerlingen opgroeien verhoogt bij leerlingen het gevoel van competentie (geloof in eigen kunnen of ‘self-efficacy’) en daarmee hun motivatie en welbevinden (el Hadioui, 2019; Hattie, 2008; Marzano, 2014). Dit sluit aan bij de basisbehoeften relatie, autonomie en competentie (Biesta, 2012; Deci & Ryan, 2000).

Wat levert werken aan welbevinden op school op?

Investeren in welbevinden heeft veel voordelen. Onderzoek laat zien dat als scholen een effectieve, brede aanpak hebben gericht op mentaal welbevinden, dit leidt tot hogere leerprestaties, toename van sociale en emotionele vaardigheden en afname van probleemgedrag en angst- en depressieklachten (o.a. Kleinjan e.a., 2016; Weare, 2015; Weare & Nind, 2011). Daarnaast heeft aandacht voor het welbevinden van leraren zelf ook positieve effecten (Viac & Freser, 2020). De effecten van interventies gericht op welbevinden zijn groter wanneer ze zijn verankerd in de reguliere onderwijspraktijk en worden ondersteund door scholing en trainingen voor het personeel (Kleinjan e.a., 2016). Daarnaast speelt mee hoe de interventie wordt uitgevoerd en in hoeverre leerkrachten/docenten achter de interventie staan. Een bepalende factor voor het duurzaam inzetten op welbevinden binnen het onderwijs is dat het belang van welbevinden en de urgentie daarvan ervaren wordt binnen de school. Ook een goede samenwerking met ouders en met de ondersteunende partijen binnen en buiten de school is belangrijk (denk bijvoorbeeld aan schoolmaatschappelijk werk, pedagogen, schoolpsychologen, jeugdgezondheidszorg, jeugdhulp en jongerenwerk). Aandacht voor welbevinden op school vraagt een aanpak die past bij de specifieke context van de school en kan er dus op verschillende scholen anders uitzien. Wat leerlingen en schoolpersoneel nodig hebben voor het ervaren van welbevinden op school hangt onder andere samen met de achtergrond van de leerlingen, hun ouders en het schoolpersoneel. Het gaat om de vraag: wat werkt bij deze leerlingen met deze ouders op deze school op deze locatie? (Pameijer et al, 2012, 2017) Daarbij is het de kunst om wetenschappelijke inzichten te combineren met ervaringen uit de praktijk.

Welke factoren spelen een rol?

Het thema 'Welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling' is op te delen in zes thema’s. Deze thema’s vertegenwoordigen de factoren die van belang blijken te zijn als het gaat om welbevinden van kinderen en jongeren. Het gaat om factoren op het niveau van de leerling, de klas, de gehele schoolcontext, partnerschap tussen ouders en school, en de bredere context om de school heen zoals de wijk. De thema’s helpen om te ordenen en informatie snel te vinden. De grootste effecten op welbevinden worden bereikt wanneer ingezet wordt op factoren uit alle zes de thema’s.

  1. Sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling
    Krachten en kansen in de sociaal emotionele ontwikkeling van jeugdigen, sociaal emotioneel leren/competenties, stressreductie, motivatie, schooldruk en presteren, weerbaarheid en geluk.
  2. Welbevinden van het schoolpersoneel
    Veerkracht en welbevinden van de leraar en andere teamleden, sociale en emotionele bekwaamheid van de leerkracht, leerkracht als instrument.
  3. Pedagogisch klasklimaat en groepsdynamiek
    Positief en veilig groepsklimaat, kansrijke en veilige omgeving, groepsvorming en groepsdynamiek, ieder kind hoort erbij, de leraar heeft een leidende rol én is onderdeel van de groep.
  4. Pedagogisch schoolklimaat, schoolbeleid en monitoring
    Waarden van de school t.o.v. welbevinden, gezamenlijke verantwoordelijkheid van iedereen die betrokken is bij de school, welbevinden in het schoolbeleid, Preventieve, proactieve en lerende houding team.
  5. Partnerschap tussen ouders/verzorgers en school
    Samenwerking, eigenaarschap en zeggenschap
  6. Context/omgeving van de school
    Wijk-kenmerken, sociale factoren, thuissituatie, zorgstructuur in en buiten de school, samenwerking leerlingen, leerkrachten, onderwijspersoneel, ouders, zorgpartners, gemeenten en sleutelfiguren in de wijk.

Mogen we je iets vragen?

Ga je deze informatie gebruiken in het onderwijs?
Wat vind je van de leesbaarheid van deze pagina?
In welke onderwijssector werk je?

Wil je nog iets anders kwijt? Laat het ons weten via het feedback-formulier.

Privacyverklaring

Wij gaan zorgvuldig om met persoonsgegevens. Lees hierover meer in onze privacyverklaring.

Gerelateerd

  • Mentale gezondheid van jongeren

    Nederlands Jeugdinstituut

    Adviezen voor gemeenten om de mentale gezondheid van de jeugd te verbeteren. Bevat tips voor het kiezen van activiteiten, het betrekken van partners...

    PO VO
    Lees verder bij NJi
  • Factsheet Sterkste Schakels

    Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid & Verwey-Jonker instituut

    Ervaringen met werkzame elementen in de samenwerking tussen de JGZ, wijkteams en onderwijs. Bevat handvatten om de samenwerking tussen partners te...

    PO VO
    Lees verder bij NCJ
  • placeholder

    Studentenwelzijn

    Trimbos-instituut, ECIO

    In het hoger onderwijs is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor en urgentie om te werken aan studentenwelzijn.

    HO
    Lees verder